Mantelzorgmonitor Q2 2025: Vijftigplussers willen (klein)kinderen financieel steunen bij aankoop nieuwe woning

De woningmarkt staat al jaren onder druk. We zien de prijzen van koopwoningen doorstijgen, terwijl het aanbod van betaalbare nieuwbouwwoningen achterblijft. Volgens het CBS ligt de gemiddelde prijs van een bestaande woning in 2025 rond de € 470.000, met in sommige regio’s een stijging van meer dan tien procent in een jaar tijd.

Tegelijkertijd bedraagt het woningtekort naar schatting bijna 400.000 woningen en wordt verwacht dat dit in 2027 oploopt tot ruim 450.000. Dit maakt het voor de jongere generatie steeds lastiger om een eerste huis te kopen of door te stromen naar een volgende woning. 

In deze krappe markt lijkt de rol van familie belangrijker te worden. Ouderen, die over de jaren wat meer vermogen hebben opgebouwd, springen steeds vaker financieel bij. Om daar wat extra inzicht in te krijgen, voerde Beep for Help een nieuw onderzoek uit onder 1.324 Nederlandse vijftigplussers. Hoe kijken zij aan tegen hun eigen pensioen, zijn ze van plan hun (klein)kinderen financieel te ondersteunen bij de aankoop van een huis en over welke bedragen hebben we het dan?

‍

‍

Financiële spanning

‍Eind vorig jaar toonde cijfers van Wijzer in Geldzaken dat 71 procent van de Nederlanders zich zorgen maakt over de stijgende kosten van levensonderhoud. Het Nibud meldt daarnaast dat één op de vijf mensen minder dan € 1000 op de spaarrekening heeft. Uit de Mantelzorgmonitor van Beep for Help blijkt dan ook dat veel Nederlandse vijftigplussers zich zorgen maken over hun huidige financiële situatie. Maar liefst 59 procent van de huishoudens met jonge kinderen piekeren weleens over hun financiën.

‍

‍

Pensioenzorgen
In Nederland ontvangen gepensioneerde vrouwen tussen de 65 en 79 jaar gemiddeld veertig procent minder pensioen dan mannen, zo blijkt uit de Pensioenmonitor. Oorzaken liggen onder meer in loonverschillen, deeltijdwerk en loopbaanonderbrekingen. Opvallend genoeg wist bijna de helft van de respondenten niet dat dit verschil bestaat en denkt men dat vrouwen ongeveer evenveel of zelfs meer pensioen krijgen. Het huidige onderzoek laat zien dat die ongelijkheid ook terugkomt in de zorgen over de toekomst. Zo maakt 55 procent van de vrouwelijke vijftigers zich zorgen over hun oude dag, tegenover 49 procent van de mannen. Bij zestigers loopt dit verschil verder op tot 53 procent bij vrouwen en 43 procent bij mannen.

‍

‍

De wil om te helpen
Het gemiddelde besteedbare inkomen verschilt per provincie. Volgens het CBS ligt het besteedbare inkomen in provincies als Utrecht, Noord-Holland en Noord-Brabant hoger dan in Friesland, Drenthe en Groningen. Toch betekent een lager inkomen niet automatisch minder bereidheid om financieel bij te springen. Zo blijkt uit het onderzoek dat in Overijssel en Friesland de helft van de vijftigplussers in de afgelopen twee jaar hun kinderen of kleinkinderen financieel heeft ondersteund. Dat ligt flink boven het landelijke gemiddelde van 42 procent. Daarbij gaat het soms niet om willen, maar om kunnen: niet iedereen beschikt over de middelen om bij te springen, ook al is de bereidheid er wel.

‍

‍

Nieuwe regels, oude zorgen
De overheid geeft starters op de woningmarkt een duwtje in de rug via de startersvrijstelling overdrachtsbelasting, waarbij geen twee procent belasting wordt geheven op de eerste aankoop van een huis. Vanaf 1 januari 2026 stijgt de grens voor deze vrijstelling van € 525.000 naar € 555.000. Tegelijkertijd worden bouwregels versoepeld om het realiseren van nieuwe woningen sneller en goedkoper te maken. Ondanks deze maatregelen blijft het voor veel starters lastig om een woning te vinden die past binnen hun budget, zeker in populaire regio’s waar prijzen snel blijven stijgen.

Uit het onderzoek blijkt dat veel vijftigplussers bereid zijn hun (klein)kinderen financieel te helpen bij het kopen van een woning (dertig procent). Vooral mannen tussen de 50 en 59 jaar zijn bereid hun kinderen of kleinkinderen te helpen bij de aankoop van een huis. In deze groep zegt 43 procent te willen bijdragen, tegenover 37 procent van de vrouwen. Bij 60- tot 69-jarigen is dit 39 procent van de mannen en 22 procent van de vrouwen.

‍

‍

Steentje bijdragen
In een woningmarkt waar starters steeds vaker buiten de boot vallen, willen veel vijftigplussers helpen om hun (klein)kinderen toch een kans te geven. Uit de Mantelzorgmonitor blijkt dat bijna een derde van de ouderen die een steentje willen bijdragen, van plan is meer dan twintigduizend euro te schenken en vijf procent zelfs vijftigduizend euro of meer. In West-Nederland liggen de voorgenomen bedragen het hoogst. In elke regio geeft de grootste groep aan nog niet precies te weten welk bedrag zij uiteindelijk willen schenken. 

Ontdek eerdere MantelzorgmonitorsBenieuwd naar eerdere Mantelzorgmonitoren over wonen, gezondheid en digitalisering? Bekijk hier de vorige edities. Voor nu is dit de laatste editie, omdat we de komende periode onze aandacht even op andere thema’s richten. Mogelijk keren we later terug met een nieuwe editie, zodra we interessante ontwikkelingen signaleren.